Afgelopen zaterdag hebben we weer eens gemalen. Dit is alleen mogelijk als het blad van de bomen is en er een wind waait met een kracht van 4 รก 5 Beaufort (Bft). De laatste leer was ongeveer een jaar geleden en dus hoog tijd om het weer te doen.
Momenteel zijn we in ons team met twee molenaars in opleiding (MIO’s) en voor hun was het dus extra interessant om het maalproces te volgen.
Nadat we de nodige afstellingen hadden gecontroleerd en in orde gebracht was het zover om de tarwe in de “kaar” te gooien en de “schuddebak” zijn werk te laten doen.
De “schuddebak” zorgt ervoor dat de tarwe gelijkmatig wordt toegevoerd zodat de stenen hun werk kunnen doen. Het meel komt eruit aan de buitenkant van de stenen en het “jagertje” (een vegertje) schuift het meel in de “meelpijp” om vervolgens in de meelzak terecht te komen. We hadden ca. 25kg tarwe en binnen een klein kwartier was het al door de stenen, zo vlot gaat dat dus, maar toch erg leuk om te doen! De molen ruikt nu weer zoals deze moet ruiken en ziet ook weer een beetje wit!

De Heemkundekring van Rosmalen is op bezoek geweest i.v.m. tradities die we kennen op de molen.
Denk hierbij aan traditionele smeermiddelen; (varkens)reuzel om de wieken-as te smeren, groene zeep met wat grafiet voor de zetel, bijenwas voor de kammen van het bovenwiel en groene zeep voor het kruiwerk. Tradities zijn ook de molenwiek-standen ; korte rust, lange rust, vreugd en rouw.
Mogen we de verlichte kerstster, na 10 jaar, ook een traditie noemen?